De egel, die verlangt naar alleen zijn, hoopt dat hij het eenzaamst is, eenzamer dan alle andere dieren, en de muis is in zijn gedachten degene die het meest durft. De kikker hoeft er niet lang over te peinzen: hij kwaakt het allermooist van iedereen, al denken anderen daar anders over. Iedereen blinkt wel uit in iets of kent iemand die speciaal is, die boven de anderen uitsteekt. Er is er maar één zoals jij, er is er maar één zoals ik.
Aantal | Prijs |
---|