1856, Lyon. Casimir, een staatjongen, pleegt een moord in een poging om zijn moeder te beschermen tegen haar gewelddadige pooier. Samen met zijn beste vriend, Dino, die droomt van een beter leven, ontvlucht hij de stad. Maar je lot proberen te ontlopen is een gevaarlijk spelletje en ze belanden in de klauwen van de Moor, een tirannieke, verdorven bendeleider. Casimir slaagt er opnieuw in te ontkomen en leert Évariste kennen, een voormalige soldaat, een dandy en een onverbeterlijke gokker. Samen nemen ze dienst bij het Vreemdelingenlegioen, onder een valse naam. Voor het eerst sinds lange tijd is er weer licht in het leven van Casimir, in de gedaante van Zélie, met haar groene ogen en haar wonderlijke temperament. Ja, Casimir gaat zelfs aan het dromen en besluit te deserteren. Het verhaal van Casimir begint nog maar net, hij kan onmogelijk weten dat hij een held zal worden.
Aantal | Prijs |
---|