De Kulu, een volk uit het noorden van Ogon, staan onder bescherming van de Zul Kassai, onsterfelijke goden met een rode huid. Wanneer een bloeddorstige Tog de familie van de jonge Ubu uitmoordt, gaat hij op zoek naar zijn goden om gerechtigheid te eisen. De Zul Kassai nemen een besluit: ze zullen geen oorlog voeren met de Tog. Roa’saa denkt daar anders over en besluit het verbod naast zich neer te leggen en met Ubu mee te gaan naar Tog-gebied.
Aantal | Prijs |
---|